Misschien ben jij net begonnen met je opleiding op de PABO, ben je zij-instromer of loop je al een tijdje op school rond als juf. Hoe dan ook, juf zijn is een vak apart. En er zijn vast wel dingen die jij nu al zou willen weten, en die mij zouden hebben geholpen als ik ze eerder had geweten. Heel eerlijk ben ik er zonder al te diep nadenken voor gegaan. Vroeger wilde ik altijd al juf worden en ergens ver in mijn achterhoofd geloofde ik ook in de opmerkingen als: “Lekker veel vakantie!”, “Altijd lekker op tijd thuis.”

Niets bleek minder waar. Het is keihard werken om je werk goed te doen. Het is eindeloos vergaderen, voorbereiden, kopiëren, spulletjes kopen, opruimen, poetsen en natuurlijk lesgeven. En in dat alles ook nog eens goed voor jezelf zorgen in alle hectiek van de dag… had ik best eerder willen weten. Dan was mijn burnout misschien te voorkomen geweest.

Dus mocht jij nog twijfelen,

of dit vak iets voor je is….hier de 10 dingen die ik had willen weten voor ik juf werd:

 
1. Plassen is overrated

Er gebeurt op een dag zo ongelofelijk veel in een klas, of je alles nou 100% op orde hebt of niet, dat het vaak niet haalbaar is om naar het toilet te gaan.

Aan de ene kant moet je eerst het vertrouwen leren voelen dat je het lokaal uit kunt, aan de andere moet je het logistiek ook voor elkaar krijgen. Plus, plassen onder druk, want: wat hoor ik daar?? werkt vaak ook niet heel goed… Daarom de tip: leren ophouden is een vaardigheid die je maar beter snel& heel goed onder de knie krijgt! 😉

 
2. Lamineren is ook ZWAAR overrated🙈

Oke, even een risicovolle uitspraak, want juffen zitten maar wat graag in, zoals ik het noem, ‘hogere lamineersferen’. Werkelijk alles dat los en vast zit wordt gelamineerd. Het is dus ook niet gek, dat een grote, langgekoesterde droom van mij was: mijn eigen lamineerapparaat bezitten. Ah, de dag dat die droom uitkwam, ik weet het nog goed. 😂

Ondertussen staat ‘ie weg te stoffen achter in een kast, trouwens.

Maar goed, lamineren zorgt ervoor dat alles er netjes, geordend, schoon en strak uit ziet. Dat is nou eenmaal de waarheid. Toegegeven, soms is het best handig om e.e.a. te lamineren.

MAAR: lamineren kost f**ing veel tijd. Lamineren is ook een open uitnodiging aan je innerlijke perfectionist, die het niet trekt als iets scheef gelamineerd/uitgeknipt is. Waardoor je vaak NOG LANGER bezig bent…

Oh, en: als je eenmaal begint, kun je niet meer stoppen. Want ineens blijkt je halve lokaal lamineerbaar en ja, dat is wel zo strak, netjes, geordend om te doen, toch? 

Daarom: trap er niet in en begin er gewoon niet eens aan. Scheelt heel veel tijd.

Oh, en ik zal je ook maar meteen uit deze illusie helpen: alles wat je dit jaar lamineert kun je volgend jaar NIET hergebruiken. (Want óf: het is gesloopt óf je blijkt volgend jaar een andere groep/methode/thema te gaan doen en ja, eh…succes met alles bewaren.)

 
3. ‘Zo doen we het hier nou eenmaal’ hoeft NIET je motto te zijn

Het kan voor een nieuwe leerkracht/werknemer nogal frustrerend te zijn als je net begint. Je begint je baan vol fantastische ideeen, vol energie en goede moed. het is goed om vernieuwend te zijn, het op jouw manier te doen.

In mijn ‘juf in balans’ podcast bespreek ik dit ook met startend juf Pleun. Als je het leuk vindt, kun je die hier beluisteren.

4. Iedereen loopt wel eens vast

Ja, zelfs de allerbeste, meest ervaren leerkracht aller tijden heeft mindere dagen. Of ergens in haar loopbaan wel eens een groep gehad waar dingen stroef liepen. En het blijft mensen werk, dus ook iedereen heeft wel eens een kind in de klas gehad waar het maar niet mee wilde klikken. Het is zó makkelijk om naar een ander te blijven kijken en te zien wat daar allemaal goed gaat. Maar onthoud: we zijn allemaal lerend, niemand is perfect en iedereen heeft het wel eens moeilijk. Omdat het er nu zo uitziet alsof je collega alles op orde heeft en jou dat een nóg gefrustreerder gevoel geeft, in de categorie: zie je wel, bij haar lukt het wel, dan is het tijd om aan de bel te trekken. Ofwel schakel je relativerende, tijdelijke  hulp in voor jezelf (ik help je graag😉) of je gaat eens heel open en kwetsbaar het gesprek in met je collega. Hij of zij heeft vast goede tips voor je, kan misschien een keer meekijken in de klas of weet hoe je je hulpvraag het beste aan de IB’er kunt stellen.

Daarnaast is het goed op bewust te blijven kijken naar wat er WEL goed gaat, om jezelf uit de negatieve spiraal te helpen die heet: :zie je wel, heb ik weer….

 

10 dingen
5. Je hoeft geen perfect lokaal te hebben

Juffen komen graag in hogere lamineersferen, zoals ik eerder als zei 😉 En daarmee bedoel ik dat als je eenmaal bezig bent met het lamineren het moeilijk is om te stoppen. Want dan moet ineens ALLES gelamineerd. En als je dan toch bezig bent, kun je de aankleding van je lokaal in het juiste thema, vorm ook wel even meenemen. Dan kun je het volgend jaar hergebruiken. (not.) 

En ja, als je dan toch al het decoratiemateriaal van dit thema netjes hebt, kun je maar beter meten even alles op kleur coderen, uitsorteren, versieren, raambeschilderen en opnieuw recht uitprinten, in plaats van scheef…

Ok, dat was dus even een blik in hoe het ging in mijn juffenbrein. Misschien herkenbaar. Maar even ter herinnering: een prachtig geordend, versierd en gezellig ingericht lokaal maakt je nog geen goede juf. En een ‘kaal’, prikkelarm lokaal ook geen slechte. 

Focus vooral op goed lesgeven, goede lessen geven en veiligheid en vertrouwen in je groep. Bespaar je trouwens ook best een hoop geld mee. 😉

 
6. Iedereen twijfelt wel eens

Het is heel normaal om je af en toe onzeker te voelen. Bijna iedereen heeft wel eens momenten dat ‘ie in meer of mindere mate aan zijn of haar eigen kunnen twijfelt. En hoe vaker je nieuwe dingen probeert, hoe groter de kans dat je wordt overvallen door dat gevoel. Juist goed om daar af en toe bij stil te staan. Twijfel en onzekerheid horen OOK bij groei. En groeien is belangrijk, ook voor ons volwassenen. 😉

Juffen is tenslotte mensenwerk, en kinderen zijn ook gewoon mensen, dus ja. Logisch dat je twijfelt of de aanpak voor pietje ook werkt bij jantje. Logisch dat je twijfelt of je op de goede plek zit, als je je buitengesloten voelt door collega’s. Prima dat je af en toe twijfelt of dit wel het beroep is voor jou. 

Twijfel wijst de weg. Naar dat er iets niet helemaal pluis is en dat het anders en beter kan. Als je het ziet als een soort wegwijzer, hoeft het dus niet erg te zijn dat je twijfelt.

Vraag je dan af: wat moet er anders zodat ik niet meer twijfel? Wat kan ik daaraan doen? Welke hulp moet ik daarvoor inschakelen?

Daarmee creeer je helderheid en zet je de twijfel ‘positief’ in. Voorkom dat je erin blijft hangen door actie te ondernemen die helpend is. Soms is dat een relativerende, helpende gedachte. Soms een goed gesprek. Soms gewoon bam. Gaan. Actie.

En twijfel je over wat nou voor jou zou werken? Weet dat ik je met liefde naar helderheid coach. Lees hier meer over hoe dat in zijn werk gaat.

7. Het beste dat je kunt doen is goed voor jezelf zorgen

En daarmee bedoel ik dat je jezelf op nummer 1 durft te zetten. Dat jij voorrang geeft aan jouw rust, slaap, energieniveau, fysieke en mentale welzijn. Want pas als het goed gaat met jou, kan het goed gaan met je omgeving. Jij bent de spil van jouw leven, van jouw klas. Als jij futloos, uitgeput en strak van de stress voor de klas staat, kan ik je nu al garanderen dat het een mindere dag wordt met je kinders.

Als jij fit, uitgerust en vrolijk voor de klas staat, zullen de kinderen anders op je reageren. Verval je minder in de negatieve frustratie spiraal en kun je zelf ook veel meer hebben. 

Wat weer fijn is voor de sfeer, het leerrendement en nou ja, gewoon voor iedereen eigenlijk. 🙂

Dus hoor jij jezelf om 11u ‘s avonds weer eens zuchten: “ja maar….het moet af!” of iets in die richting, weet dan dat het tijd is om weer de focus te leggen op wat JIJ nodig hebt, en niet wat je to-do lijstje nodig heeft. Hop, naar bed, morgen weer een nieuwe dag!

Daarnaast hoort bij goed voor jezelf zorgen ook, dat je een leven naast je werk hebt. Een leven waar je graag bent en waar je graag tijd voor maakt. Zorg er dus ook voor dat je daar tijd in investeert. Er is meer in het leven dan school. 😅

 
8. Balans creëer je zelf

Aanhakend op het vorige punt: jij bent altijd de baas van jouw tijd en dus ook verantwoordelijk voor jouw tijd. En door je tijd zo in te delen dat je er niet overspannen van wordt, is een goede eerste stap in het creeern van balans. Een goede tip als het gaat om time-management is: maak aan het begin van het jaar een globaal overzicht van wanneer het heel druk gaat zijn (sint/kerst, rapporten/ouderavonden) en wanneer het een rustigere tijd in het jaar is.

Zo kun je makkelijker je prioriteiten voor de maand/week helder krijgen en weet je ook van tevoren welke momenten je echt ff moet doorknallen en wanneer je best even een uurtje eerder naar huis kunt gaan.

Dat geeft rust. En rust, geloof me. Die heb je nodig. Had ik best eerder willen weten. 😉

Samenvattend: houd rekening met piek momenten: ga er dan helemaal voor. Neem op de rustigere momenten meer tijd voor jezelf. Dan ben je aardig op weg naar balans in je schooljaar.

9. Het is 100% oké om je zakelijk op te stellen

In onderwijsland worden dingen te vaak persoonlijk gemaakt of persoonlijk opgevat. En hoewel dat mag, is het niet persé handig. Want, heel eerlijk: het is bijna nooit persoonlijk. In een werkomgeving moeten er beslissingen worden genomen, hoef je niet met iedereen vrienden te zijn en is het vooral belangrijk dat jij je werk goed doet/kunt doen.

Wat ik nog te vaak tegen mijn klanten moet zeggen is: “Het is je werk, niet je roeping.”  Jij, juf, bent een werknemer met  contract uren, taken, vrije dagen, duurzaam inzetbaarheidsbudget en een opzegtermijn.

Jij mag je zakelijk opstellen, daar doe je niemand te kort mee. Je mag afstand bewaren tussen werk en privé. Hoeft niet. Je mag kiezen om niet in hetzelfde dorp te werken als waar je woont. Hoeft niet. Je mag vrije dagen opnemen. Je mag je baan opzeggen als je het niet meer leuk vindt. Je mag vragen om bijscholing, coaching etc om  je professioneel te ontwikkelen en een betere werknemer te worden. 

Het enige waar jij ECHT de focus op mag hebben, is: GOED lesgeven. Dan ben je al heel erg goed op weg.

10. Het is oké om weg te gaan, als de werkplek niet fijn, veilig of passend voelt

Een van de redenen dat ik veeeeeel te lang ben gebleven op mijn niet zo prettige werkplek is de loyaliteit naar ‘mijn’ kinderen. Ik had echt het gevoel dat ik ze in de steed zou laten als ik weg zou gaan. Zo erg zelfs dat het nooit in me op is gekomen dat ik gewoon mijn baan op zou kunnen zeggen. Ik voelde me echt klem zitten daar. Super ongelukkig, bang om om hulp te vragen, verzuipend en hoe langer hoe onzekerder. Wat natuurlijk de sfeer in de klas niet verbeterde…

Een grote les, die ik heel graag veek eerder had willen weten en helaas de ‘hard way’ heb moeten leren:

Dat je kinderen ‘iets aandoet’ door voor jezelf te kiezen en weg te gaan is een fabel.

Jij kunt pas goed lesgeven als het goed gaat met jou. Daar hoort een werkplek bij waar jij mag zijn wie je bent, waar jij je veilig en gezien voelt. Punt.